Het vaccineren van je huisdier door je dierenarts

​

Vaccineren geeft jouw huisdier een optimale bescherming tegen ziektes en infecties.

​

Niet-gevaccineerde dieren lopen het risico op ernstige infectieziekten, die bovendien levensbedreigend kunnen zijn. Door je huisdier te laten vaccineren, kan je hem of haar een optimale bescherming geven tegen deze ziekten.

Een vraag die geregeld voorkomt is waarom je jaarlijks je huisdier moet laten vaccineren? Deze vraag ontstaat meestal wanneer de vaccinatie voor mensen en huisdieren met elkaar wordt vergeleken, want mensen worden na hun kinderentingen immers niet jaarlijks gevaccineerd, terwijl dierenartsen adviseren de vaccinatie bij katten en honden jaarlijks te herhalen.

Een vaccin biedt maar 12 maanden bescherming

De eerste reden is het vaccin. Vaccins met rattenziekte, kennelhoest en niesziekte garanderen maar 1 jaar bescherming. Na elke vaccinatie zal na verloop van tijd de opgebouwde immuniteit verminderen. Je moet jouw dier dus levenslang vaccineren. Bij het ene dier duurt dat wat langer dan bij het andere dier:

• gemiddeld bedraagt dat voor de componenten die in de kleine cocktail, voor de hond (rattenziekte en kennelhoest) en voor de kat (niesziekte en parvo), opgenomen zijn: 12 maanden

• gemiddeld bedraagt dat voor de overige componenten in de grote cocktail, voor de hond (hondenziekte, parvo en hepatitis) en voor de kat (Leucose): 36 maanden. 

• ​

Om het antistofgehalte tegen rattenziekte, kennelhoest en niesziekte op peil te houden is het dus nodig om jaarlijks te vaccineren.

Bovendien zijn de hygiënische omstandigheden waaronder mensen leven anders dan diegene waaronder dieren leven. Honden komen bijvoorbeeld veelvuldig in contact met uitwerpselen van andere honden. Voor honden en katten is door hun levenswijze de kans op infectie met virussen over het algemeen een stuk groter dan bij de mens.